Kinderpardon
Ik zit in de auto, radio 1 staat aan. Een discussie over het kinderpardon. Aan het woord is een kamerlid van de SGP. Zijn stelling: “Afspraak is afspraak”; we hebben ooit besloten dat mensen die uitgeprocedeerd zijn, het land uit moeten. Nu zijn ze uitgeprocedeerd en hup, wegwezen. Dat onze diensten er soms 9 maanden over doen voordat mensen een eerste reactie krijgen op een asielverzoek, doet er niet toe. En dat de wetgeving keer op keer een beroepsprocedure toestaat lijkt ook niet mee te spelen. Net zo min als de ouders die deze procedures volgen, zonder dat hun kinderen daar inspraak in hebben. Nee, afspraak is afspraak. Dit zijn de procedures, gelijke monniken – gelijke kappen, afspraak is afspraak.
Ik moet denken aan mijn eerste baan
als leerkracht in Almere. De school
groeide ontzettend hard, er moest
keer op keer worden bijgebouwd,
groepen werden opgesplitst,
leerkrachten moesten verkassen naar
een dependance van een
dependance. Dit leverde regelmatig
lastige keuzes op; keuzes waarbij de
directeur niet iedereen te vriend kon
houden. Ouders, of leerkrachten,
gingen dan naar haar toe en vroegen
of er geen uitzondering gemaakt kon
worden. En als de ander met een goed
verhaal kwam, waar de directeur gevoel bij had, dan was het antwoord: “Waarom zouden we het niet doen?” Niks afspraak is afspraak; geen gelijke monniken dus ook geen gelijke kappen. En angst voor precedenten had ze niet: ze kon haarfijn uitleggen waarom de een dit kreeg en de ander dat.
Later leerde ik de stelling “iedereen is gelijkwaardig, maar niemand is gelijk”. Niemand is gelijk omdat de omstandigheden verschillen, de achtergrond verschilt, personen verschillen. Je moet dus goed naar de achtergrond kijken om een juiste beslissing te nemen of om te oordelen. Het ene kind maakt een toets zwaar onvoldoende, maar levert een wereld prestatie; de ander maakt de toets met twee vingers in de neus, maar eigenlijk is dat zwaar onder de maat voor dat kind. Wat noteer je dan op zo’n proefwerk en met welk doel? Wil je beide kinderen langs eenzelfde meetlat leggen, wil je de kinderen motiveren of wil je voor jezelf vaststellen wat de volgende stap voor ieder kind moet zijn?
En zo werkt het ook met procedures en afspraken. Voorop staat altijd: wat helpt een actie of besluit? Helpt het niet: doe het niet. Doe wat nodig is en wat goed is. Verschuil je niet achter procedures en uitspraken als ‘dit doen we altijd zo’ of ‘dat moet’. Denk na, beredeneer, leg uit en doe wat helpt. Niks gelijke monniken – gelijke kappen.
